2.8 Financiële diagnose en kengetallen
Financiële diagnose
Jaarlijks laten we een externe partij (Deloitte) een beoordeling maken van onze financiële positie. Dit is vormgegeven in de vorm van een financiële diagnose (benchmark), die jaarlijks wordt geactualiseerd. In de diagnose wordt een aantal gegevens over de financiële positie van de provincie vergeleken met andere provincies en afgezet tegen algemeen geaccepteerde landelijke normen. De analyse 2021 heeft betrekking op de cijfers uit de jaarrekeningen over 2020 en de programmabegrotingen voor 2021 van de provincies.
Tabel 1.21: Historisch verloop totaalbeeld Flevoland
Scores | Jaarverslag 2019 / | Jaarverslag 2020 / |
---|---|---|
Gunstiger ten opzichte van het gemiddelde | 7 | 8 |
Gemiddeld | 4 | 4 |
Ongunstiger ten opzichte van het gemiddelde | 2 | 1 |
In zijn algemeenheid is het oordeel dat provincie Flevoland een goede financiële positie heeft; de indicatoren zijn over het algemeen overeenkomstig of gunstiger dan het gemiddelde van alle provincies. De waardering is licht gedaald ten opzichte van vorig jaar. In de hierna volgende tabel worden de scores op de benoemde elementen vermeld en kort toegelicht.
Tabel 1.22: Waardering financiële positie
Standaardelement | Waardering | Toelichting |
---|---|---|
Provinciale opcenten | Gemiddeld | Iets onder het gemiddelde ten opzichte van andere provincies en referentiegroep. |
Weerstandsvermogen | Gemiddeld | Ratio van 1,5 is gezond en in lijn met de referentiegroep. |
Schuldpositie | Gunstig | Provincie Flevoland heeft geen externe financiering. Schuldpositie derhalve gunstig. |
Aanwending externe financiering | Gunstig | Gunstig gezien het feit dat er geen sprake is van lang vreemd vermogen; provinciale voorzieningen zijn volledig gefinancierd met eigen vermogen. |
Reservepositie | Gemiddeld | Lager ten opzichte van andere provincies en de referentiegroep. In 5 jaar tijd wel met € 58 mln. toegenomen. |
Verhouding activa / reserves | Gemiddeld | Overschot van de reserves ten opzichte van de materiële vaste activa bedraagt per inwoner € 246. Dit is ten opzichte van de 2019 een daling van € 29 per inwoner. |
Gespaard voor onderhoud | Gunstig | Gunstig ten opzichte van andere provincies. Onderhoudsvoorzieningen aanwezig in tegenstelling tot 5 andere provincies die de pieken in uitgaven voor het groot onderhoud moeten opvangen in de begroting. |
Garant- en borgstellingen | Gunstig | Gunstig ten opzichte van andere provincies. Relatief laag bedrag aan garantstellingen. |
Rentelasten | Gunstig | Gunstig. Geen lang vreemd vermogen; geen rentekosten. |
Grondexploitaties | Gunstig | Geen actieve grondexploitaties, geen risico's maar ook geen kansen. |
Investeringen | Gunstig | Boekwaarde MVA in 5 jaar tijd meer dan verdubbeld door investeringen, zeker ook in 2020. |
Begroting 2021-2024 | Gunstig | Gunstig, structureel sluitende begroting en stijgend eigen vermogen. |
EMU-saldo (t+1) per inwoner | Gunstig | Gemiddeld lager ten opzichte van andere provincies. Voor 2021 wordt een negatief EMU-saldo verwacht van € 84 miljoen. |
Financiële kengetallen BBV
In dit onderdeel worden aanvullende financiële kengetallen weergegeven, zoals voorgeschreven door het BBV. Deze kengetallen maken inzichtelijk in welke mate de provincie over voldoende financiële ruimte beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Gezien hun karakter maken ze onderdeel uit van de financiële diagnose van de provincie. Vanwege de uniform voorgeschreven berekeningswijze kunnen de waarden desgewenst worden vergeleken met die van andere provincies.
Tabel 1.23: Financiële kengetallen BBV (in %)
Rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | |
na wijziging | ||||||
Netto schuldquote | -70% | 4% | 39% | 43% | 45% | 49% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | -87% | -7% | 32% | 35% | 39% | 44% |
Solvabiliteitsratio | 71% | 76% | 77% | 80% | 81% | 81% |
Grondexploitatie | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Structurele exploitatieruimte | 3% | 1% | 0% | 2% | 2% | 1% |
Opcenten | 98% | 97% | 98% | 98% | 99% | 99% |
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Dit kengetal weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de provincie ten opzichte van de eigen middelen.
Het geeft daarmee aan in hoeverre de provincie in staat is haar schulden terug te betalen (hoe lager, hoe beter). De netto schuldquote van de provincie Flevoland bedraagt naar verwachting 39% positief in 2022. Na correctie voor de verstrekte leningen ligt het percentage op 32% positief. Naar verwachting stijgt de ratio doordat de komende jaren een groot deel van de eigen liquiditeiten wordt ingezet voor de financiering van grootschalige infrastructurele- en investeringsprojecten.
Solvabiliteit
De solvabiliteit is de verhouding van het eigen vermogen (reserves) ten opzichte van het totale vermogen, uitgedrukt in een percentage. Dit weerspiegelt de mate waarin de provincie in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio hoe groter deel van de activa gefinancierd is met eigen middelen. Voor provincie Flevoland ligt het solvabiliteitspercentage met 77% in 2022 hoger is dan voorgaande jaren. Een interprovinciale vergelijking op basis van de begrotingen 2021, laat zien dat de gemiddelde solvabiliteit van alle provincies naar verwachting voor de jaarschijf 2022 62% is (mediaan: 62%).
Grondexploitatie
In het kengetal voor grondexploitatie dienen gronden te worden opgenomen die als ‘voorraad’ bouwgronden op de balans zijn opgenomen. Dit om inzicht te geven in de terug te verdienen boekwaarde van de gronden bij verkoop of exploitatie. De provincie Flevoland voert zelf geen bouwgrondexploitatie uit. Het kengetal heeft daarom de waarde 0. De gronden van de provincie Flevoland die op de balans staan, zijn overeenkomstig de verslaggevingsregels opgenomen als materiële vaste activa. Deze zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, welke lager is dan de huidige marktwaarde.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting. Bij structurele lasten gaat het om de lasten die worden gemaakt voor het uitvoeren van structureel/meerjarig beleid, om bedrijfsvoeringslasten en kapitaallasten. Stortingen in en onttrekkingen aan reserves zijn in beginsel incidenteel en hebben alleen een structureel karakter wanneer ze bedoeld zijn om structurele lasten te dekken of wanneer de reserve een egaliserende functie of een financieringsfunctie voor investeringen heeft. Uit het kengetal (> 0) blijkt dat de structurele baten in 2022 en latere jaren (licht) hoger zijn dan de structurele lasten.
Opcenten
Dit kengetal is het percentage opcenten dat de provincie heft ten opzichte van het landelijk gemiddelde percentage. Het geeft aan hoeveel relatieve ruimte de provincie heeft om de inkomsten uit de opcenten te verhogen om zo de structurele baten te verhogen (onbenutte belastingcapaciteit ten opzichte van het landelijk gemiddelde). Uit het percentage blijkt dat de hoogte van de opcenten van de provincie relatief dicht bij het gemiddelde ligt. Een nadere toelichting is opgenomen in de paragraaf 'Lokale heffingen'.