1.2 Grondslagen waarop de ramingen zijn gebaseerd
De baten, lasten en financiële positie voor de periode 2022-2025 zijn geraamd op basis van de grondslagen in tabel 1.12.
Tabel 1.12: Rekenvariabelen
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
Loon- en prijsontwikkelingen (bron: CEP): | ||||
* Goederen en diensten (inkoop), investeringen | 2,0 | 1,4 | 1,5 | 1,5 |
* Subsidies (instellingen) o.b.v. gemiddelden | 2,0 | 1,3 | 1,8 | 1,7 |
* Salarissen | 2,0 | 1,2 | 2,0 | 1,8 |
Rente (gemiddelden): | ||||
* Uitzettingen (schatkistbankieren) | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
* Uitzettingen (leningen gemeenten) | 0,6% | 0,5% | 0,5% | 0,4% |
* Uitzettingen (leningen uit publieke taak) | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Overige: | ||||
* Indexering MRB | 1% | 1% | 1% | 1% |
* Voertuigbestand voor MRB | Juli 2021 | Juli 2021 | Juli 2021 | Juli 2021 |
* Circulaire provinciefonds | Mei 2021 | Mei 2021 | Mei 2021 | Mei 2021 |
De loon- en prijsontwikkelingen zijn gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) 2021 van het Centraal Planbureau (CPB). De ramingen voor de jaren 2022-2025 zijn gebaseerd op het veronderstelde prijspeil van 2022 en voor de salarissen op de CAO 2021-2022. Voor prijsstijgingen in latere jaren is een stelpost 'Loon- en prijsontwikkelingen' opgenomen.